Ayurveda en orgaantransplantatie 

Verschillende aspecten van orgaantransplantatie

Dit is een beschouwend essay over Ayurveda en orgaantransplantatie. De zorg voor het leven stond altijd en staat nog steeds centraal in Ayurveda. Dat geldt ook voor een kwalitatief hoogwaardige ‘verlenging’ van het leven, daar is het specialisme Rasayana uit onstaan. Hoe denkt Ayurveda vanuit dat gegeven over transplantatie? Transplantatie kan vanuit verschillende perspectieven beschouwd worden. Vanuit een ayurvedisch technisch en anatomisch-fysiologisch perspectief, maar ook vanuit een ethisch of karmisch perspectief. In dit artikel een aantal gedachten met betrekking tot dit ‘diepgaande’ onderwerp.

Vragen over Ayurveda en transplantatie

Een aantal jaren geleden vroeg een medewerker van radio OHM (Omroep Hindoe Media), toen ik naar een Ayurveda conferentie in India ging, of ik wat onderzoek kon doen naar hoe Ayurveda tegen orgaantransplantatie aankijkt. Een schijnbaar eenvoudige vraag, die echter de deur openzette naar een aantal zeer uiteenlopende aspecten die met dit, ook nog steeds gevoelige, onderwerp verbonden zijn. Het ging uiteraard niet om de vraag of transplantatie volgens Ayurveda ‘okay is of niet’, maar veleer om de vraag wat vanuit Ayurveda de implicaties en de eventuele reserves zouden zijn. Voordat we hierop zullen ingaan, is het interessant een korte blik te werpen op een stukje mythologie dat aan de wetenschap van Ayurveda ten grondslag ligt.

Een oud verhaal over een ‘hoofd-transplantatie’

Niet alleen geeft mythologie soms de kern van iets weer – zij het in een ander paradigma dan een rationele, maar mythologie zegt soms omgekeerd ook iets over wat er in de maatschappij van een bepaalde tijd aan gangbare ‘praktijken’ heerste. En in één van de ‘ontstaansmythen’ van Ayurveda gaat het over niets anders dan een transplantatie, zij het van een dierenhoofd (paard) op de schouders van een goddelijk wezen. Een echt gangbare praktijk was dát in ieder geval niet, maar wel waren er in die perioden verwijzingen naar daadwerkelijke orgaantransplantaties – opmerkingen daarover zijn al te vinden in de Rig Veda, een van de oudste geschriften van India.

Het geheugen van Brahma

De ayurvedische wetenschap heeft volgens de oude geschriften terug haar oorsprong in het geheugen van Brahma, in de vedische traditie de schepper van het universum. Het verhaal gaat dat hij zich deze wetenschap ‘herinnerde’ als gevolg van het lijden en de ziektes die hij zag bij de wezens die hij geschapen had. Kern van de term ‘herinneren’ is de boodschap dat volgens de overlevering Ayurveda dus al bestond vóór de schepping, en derhalve terug te voeren is op universele en eeuwige waarheden. Het verhaal gaat als volgt verder: Brahma gaf de kennis over Ayurveda door aan Daksha Prajapati – de vader van Parvati, de echtgenote van de god Shiva. Daksha Prajapati onderwees op zijn beurt Ayurveda aan de Ashwin broers, die later de artsen van de godenwereld werden.

In die tijden waren er regelmatig veldslagen tussen de goede en slechte wezens van het universum. In een van die veldslagen was een van de goede wezens onthoofd, en de Ashwin broers slaagden erin op de plek van het missende hoofd een paardenhoofd te plaatsen! Geen mis te verstane prestatie – zij het dat het hier om een mythe ging… De diepere betekenis van dit alles heeft te maken met de diepere betekenis van het Sanskriet woord voor paard – namelijk Ashwa. Het woord Ashwa verwijst volgens sommige bronnen naar ‘dat wat is – zonder aan de toekomst te denken’, of naar het ‘psycho-physical complex’ waarin de ziel in het lichaam haar zetel heeft. Daarmee is de Vishnu-incarnatie die hiermee geassocieerd is – de god Hayagreeva, met een paardenhoofd – tevens de god van ware kennis.

Ayurveda, chirurgie en orgaantransplantatie

Chirurgie en bepaalde vormen van transplantatie waren in Ayurveda een al vroeg ontwikkeld specialisme. Een van de bekende auteurs van de klassieke werken van Ayurveda – Sushruta – heeft een compilatie van geschriften nagelaten die voor een groot deel gaan over chirurgische ingrepen. Deze geschriften zijn waarschijnlijk meer dan 2000 jaar oud. In de geschriften wordt ook verwezen naar bepaalde vormen van plastische chirurgie, waarbij transplantatie soms een – zij het beperkte – rol speelde. Chirurgische interventie wern waarschijnlijk zeer beperkt ingezet en alleen wanneer andere methoden faalden of zouden falen.

In de Sushruta Samhita worden een aantal chirurgische ingrepen vrij gedetailleerd beschreven. Daaronder vallen ook plastische chirurgie alsmede huidtransplantaties. Sushruta beschrijft in het laatste geval een methode waarbij ‘autografted’ huidweefsel middels transplantatie werd gebruikt in neusreconstructies (rhinoplasty). Het slagen of falen van dergelijke interventies kan moeilijk worden nagetrokken. Bovendien gaat het hier om het gebruik van eigen lichaamsweefsels van de patiënt. Dat betekent dat er minder of geen kans op afstoting is, hetgeen een van de grote probleempunten is bij transplantatie van één persoon naar een ander. 

Afstoting en ‘Aham-kar’

Ayurveda kent een zeer geavanceerd model waarin anatomie en fysiologie in elkaar overlopen als een zichzelf voedend en verfijnend systeem van weefsels, waarbij organen onderdeel van deze weefsels en systemen vormen. Kern daarbij is dat het lichaam volgens Ayurveda bepaalde stappen en stadia van verfijning nodig heeft, waarbij de verschillende lagen van metabolisme ervoor zorgen dat substanties ‘van buiten’ (zoals onttrokken aan voeding) uiteindelijke als ‘eigen’ kunnen worden opgenomen en geassimileerd in een weefsel, systeem of orgaan. Substanties die deze stappen van ‘eigen maken’ overgeslagen hebben en toch diep in de weefsels ziijn terechtgekomen, zullen als ‘niet eigen’ worden afgestoten. Daar ligt niet alleen een ayurvedisch biologisch principe aan ten grondslag, maar ook een geven dat in de Sankhya filosofie en wetenschap van universum en natuur naar voren wordt gebracht.

Het gaat hier om het begrip ‘Aham-kar’, hetgeen verwijst naar de kracht die ervoor zorgt dat ieder levend organisme – en dus ook ieder weefsel, ieder orgaan, iedere cel – zijn eigen intergriteit in stand houdt. Het organische complex doet dat in resonantie met de grotere organische eenheid – en de Ahamkar daarvan – waar het deel van uitmaakt. Aham-kar betkent letterlijk de ‘ik-maker’, en verwijst daarmee naar de intelligentie die een structureel-functionele eenheid creëert en in stand houdt. Dus niet alleen biologisch wat betreft de structurele kant van de weefsels, maar ook functioneel – hoe functioneert de betreffende organische eenheid, en welke biologische ritmen sturen de eenheid aan?

Orgaantransplantatie: Ayurveda is geen quick-fix

In Ayurveda wordt die fysiologische kanten weergegeven door de verhouding Vata, Pitta en Kapha. Ieder heeft deze biokrachten in zich – en ze sturen ook de processen in de (diepere) weefsel en organen aan – maar ieder heeft een eigen unieke verhouding, waarbij de ‘losse’ onderdelen resoneren met de complete organische eenheid. Daar komt bovendien bij dat de weefsels, organen en cellen volgens Ayurveda niet alleen fysieke eenheden vormen, maar tevens body-mind complexen met een emotioneel-mentale ‘lading’ zijn. Al deze factoren zijn van belang bij het correcte begrip van Ayurveda wat betreft implicaties van (orgaan)transplantaties.

Toen een internationaal bekende Ayurveda arts tijdens een interview een keer gevraagd werd of transplantatie tot het ayurvedische oplossingenpalet behoort, was zijn reactie: “Nee, het transplanteren van een orgaan was niet bekend in Ayurveda. Als je een orgaan van iemand neemt, dan neem je daarmee ook de karma van die persoon mee, nietwaar? Als je bijvoorbeeld niet weet of iemand overwegend Vata, Pitta of Kapha van basisconstitutie is, stel je voor dat je Pitta nieren transplanteert naar een Vata persoon? Ayurveda zegt: waarom ga je niet eerst proberen de organen te revitaliseren? Maar mensen hebben geen geduld. Mensen willen instant koffie en instant resultaten. En Ayurveda is geen quick fix.” In dit antwoord zijn in compacte vorm een aantal belangrijke punten terug te vinden. Allereerst wat betreft ‘karma’.

Ayurveda, karma en orgaantransplantatie

In Ayurveda is ‘karma’ in eerste instantie een heel concreet en praktisch begrip, verbonden met de inherente eigenschappen van een substantie die – in contact met een andere (nieuwe) omgeving – bepaalde ‘uitwerkingen’ hebben. Karma betekent letterlijk ‘uitwerking’ of effect. In relatie tot orgaantransplantatie kun je zeggen dat de diepere weefsels – zoals te vinden in de vorm van organen – een door het lichaam bepaalde bewerking hebben ondergaan. Verschillende Agni’s (lagen en stadia van metabolisme) hebben substanties – aanvankelijk de voeding die we tot ons genomen hebben – uiteindelijk omgevormd tot een substantie die qua eigenschappen past bij het fysieke structureel-functionele weefsel waar het zich nu in bevindt, en bovendien ook nog eens daarin een emotioneel-mentale lading heeft die past bij het gehele body-mind systeem van de gastheer of -vrouw.

Als je vervolgens ook nog in beschouwing neemt dat Ayurveda het hart ziet als de ultieme zetel van dit body-mind complex van ieder mens, met een sterke concentratie met betrekking programmering van dit complex, dan is dat tevens een goede verklaring voor een zeer recente ontdekking op het gebied van harttransplantaties. Daar is immers ontdekt dat de ontvanger van een transplantatiehart tot op zekere hoogte gevoelens, gedachten en dromen van de vroegere gastheer of -vrouw van het transplantatiehart krijgt. Hierdoor krijgt de eeuwenoude ayurvedische bewering dat met name het hart de zetel of wortel van de Mano Vaha Srotas – ofwel het body-mind complex – is, weer een heel actuele betekenis.

De drie doshas en revitalisatie

Ayurveda kijkt door middel van de doshas eigenlijk op en vergelijkbare manier naar het lichaam zoals moderne medische wetenschap dat nu doet wat betreft bloedgroep en dergelijke. Niet alleen is het voor het lichaam belangrijk beslissingen te kunnen maken of iets wel of niet ‘eigen’ is – en dus geen gevaarlijke indringer is, ook is het belangrijk dat een substantie – eenmaal in het systeem opgenomen – resoneert met de ‘aard van het beestje’, in Ayurveda weergegeven door middel van de basisconstitutie in termen van Vata, Pitta en Kapha. 

Alleen wanneer de drie doshas in hun oorspronkelijke balans in het lichaam aanwezig zijn – of op zijn minst in de buurt van die balans – kan het lichaam volgens Ayurveda optimaal functioneren en zichzelf revitaliseren. Ayurveda ziet chronische ziekte – dus ook chronische aandoeningen van bijvoorbeeld hart, nieren en lever – als een gevolg van een langdurig en diepgaand uit balans zijn van de doshas. Aan de andere kant kent Ayurveda een zeer rijke en gedegen traditie op het gebied van het weer in balans brengen van die doshas, aangevuld met een speciale wetenschap van revitalisatie. In deze revitalisatie therapie – Rasayana genoemd – wordt veel kennis op gebied van behandelmethoden en kruiden ingezet om aangetaste organen een cellulaie revitalisatie en vernieuwing te laten ondergaan.

Ayurveda, compassie en orgaantransplantatie

Ayurveda heeft zich daar – correct en ayurvedisch-medisch goed begeleid – ook als bijzonder succesvol bewezen. Maar zoals de bovengenoemde arts kort impliceerde met zijn antwoord, daar is een veel langere en intensieve behandelingsweg voor nodig dan een meer op de acute situatie gerichte onderdrukking van de symptomen zoals die vaak in de reguliere behandelingstrajecten wordt toegepast. Het ontbreken van een structurele en effectieve revitalisatie van de betroffen organen leidt uitdeindelijk in dergelijke trajecten tot een teloorgang van de organen, waardoor op dat moment alleen nog transplantatie een oplossing kan bieden voor een verleging van het leven van de patiënt. Overigens is het vanuit karmische overwegingen van compassie vanuit een wijdere ayurvedische context zeker een goede optie om in dat geval ook tot transplantatie over te gaan, zowel voor arts als voor de donor.

Tot besluit

Transplantatie kent vele aspecten, en Ayurveda gaat over het gehele leven in al haar aspecten. Ayurveda kent in haar klassieke werken geen expliciete verwijzingen naar orgaantransplantatie, maar wel naar bijvoorbeeld transplantatie van huid van de patiënt zelf. Toch is het heel goed mogelijk om alle aspecten van transplantatie in een ondogmatisch ayurvedisch licht te bezien, waarbij het onderwerp dankzij Ayurveda nog weer een verrijkende verdieping kan krijgen.